Wat doet het met je?
Hoe voelt het, voor jou, om een dakloze te zien? Op straat, in het park, voor je deur? Een lichaam in een dunne slaapzak, hartje winter. De geur van ongewassen huid die je neus binnenkomt. Wat gebeurt er in jou in die ene split second, vóór je het weet te bedekken met fatsoen of mededogen? Is er afkeer? Oordeel? Ongemak?
Misschien geef je iets. Een warme drank, wat geld, een glimlach of zelfs een douche. Maar wat doet het werkelijk met je, de naaktheid van een mens, ontdaan van alle opsmuk? Voor het oog slechts een lijf met wat kleren, waarin alle zelfexpressie lijkt uitgebannen, gevoelens vergeten of weggestopt?
Afbeelding van Leroy Skalstad via Pixabay
Wat is jouw rand?
En… waar ben jij naakt? Ken jij jouw eigen rand? Wat blijft er over als alles om je heen wegvalt? Wie ben jij, in die laatste lagen van mens-zijn?
Ik heb iets met de randen. De rafelranden van het bestaan. En dus ook met mensen die daarop balanceren, of eroverheen zijn gevallen. Mensen die iets hebben losgelaten wat de rest van ons nog stevig probeert vast te houden. Dat aanraken is óók Soul Touching.
Soms vraag ik me af: zou ik het kunnen? Heb ik het lef om alles los te laten? Mijn veiligheid, mijn naam, mijn gezicht, mijn plek? En meestal is het eerlijke antwoord: nee! Want ook ik heb altijd ergens willen blijven horen. Zelfs al liep ik langs de rand.
Toch weet ik nu, vele jaren en ervaringen rijker: dingen gebeuren niet zomaar. We komen met een pakket, geen blanco blad. En we maken daar iets van, naar beste kunnen, hoe het ook uitpakt. Wie bepaalt dan nog wat goed is of fout? Wie meet er wat waarde heeft?
De spiegel
Dakloos… het blijft een intrigerend iets voor mij. En tegelijk een spiegel. Elke avond als ik mijn hoofd op mijn kussen leg, dank ik voor dát simpele feit: een bed, een dak, warmte, beschutting. De rand die ik aankan.
En de grootste angst
Misschien is het wel onze grootste angst, de rand. Het grote niets. De vraag: wat als ik echt alles kwijt ben? Misschien houdt juist die angst ons klein. Houdt die ons Licht tegen.
Maar als we bereid zijn om ernaar te kijken, die te doorvoelen, ook al is het alleen in onze veilige mijmeringen, dan ontstaat er ruimte, ademruimte en daarmee ook mededogen voor ieder ander. En voor jezelf. Voor alle rafelranden die jou de mens maken die je bent. We zijn immers allemaal een uniek rafeltje in het grote weefsel dat universum heet?
Liefs rafelrander, maak een mooie week, Nynke
Geef een reactie